Loek Winkeler
15.07.1933
-
12.11.2007
Mijn basis, thuis, voorbeeld
van Astrid Winkeler, je dochter
Dit is het meest bijzondere dat ik met jou heb meegemaakt:
Ongeveer vijf jaar geleden werd je ernstig ziek. Het bleek je hart te zijn.
Hoeveel stress wij, mam en je kinderen, hebben gehad om jou was niet fijn.
Wij snapten niet dat je zo vaak in het ziekenhuis uit je dak ging. Soms schaamden we ons om jouw gedrag als we je weer eens tot kalmte moesten bepraten. Toen kwam er bericht dat Nieuwegein je wel wilde operen. Tijdens die operatie mocht niemand zelfs mam, je vrouw, niet, wachten op de afloop van die operatie maar ik mocht het wel van jou.
Toen je weer op een kamer lag ben ik samen met Maico, mijn man, bij je geweest. We stonden aan het voeteneind van je bed naar je te kijken en waren blij dat de operatie geslaagd was. Later zei je, vol emotie, dat je me gezien had aan het eind van je bed. Voor ons gevoel ben je nooit echt wakker geweest. Maar het gaf jou een goed en warm gevoel en dat was voor mij het belangrijkst. Na een tijdje mocht je naar huis. Maico en ik haalden je op. Ik zal nooit vergeten hoe warm het die dag was. We waren al bang dat het te warm voor je zou zijn. Tussen allerlei kussens zat je op de achterbank. Bij de parkeerplaats ‘Lucasgat” lasten we een pauze in. Op een bankje aan de rand van het groen zat je even uit te rusten toen je ineens zei: ze gaven me nog maar een half jaar. Die opmerking kwam aan. Toen snapte ik ook jouw buien in het ziekenhuis. Je had de angst alleen gedragen en was er bijna gek van geworden. Toen we thuis kwamen en mam dit hoorde kreeg je van haar ook nog eens de wind van voren. Vanaf dat moment tot je stierf heb je gelukkig wel veel van je gevoelens en gedachten uitgesproken. Daar ben ik intens blij mee. Het maakt het gemis aan jou draagzamer.
Deze herinnering is opgenomen in de speciale expositie ‘Tot Zover Jij & Ik’ in Museum Tot Zover.